![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
Goederenwagon USATC 2200055 (uit 1944) |
||||||||||
Info over de goederenwagon: |
|||||||||||
Ter voorbereiding van een invasie in Europa en andere operaties wereldwijd lieten het Amerikaanse leger (United States Army Transportation Corps) en het Britse War Department tijdens de Tweede Wereldoorlog gezamenlijk ongeveer 60.000 goederenwagons (verdeeld over gesloten goederenwagons, ketelwagons en platte wagons) en 4.500 diesel- en stoomlocomotieven bouwen. Het oorlogsmaterieel werd goedkoop en simpel gebouwd. Hierdoor konden de locomotieven en wagons in hoog tempo worden gebouwd. Het gebouwde materieel was van slechte kwaliteit, omdat het niet lang mee hoefden te gaan. Op D-Day, 6 juni 1944, landen de geallieerde troepen in Normandië, Frankrijk. Op D-Day, en later tijdens de oorlog, werden ongeveer 3.000 Amerikaanse en Engelse locomotieven en duizenden goederenwagons naar het Europese vasteland gebracht. Het andere oorlogsmaterieel werd tijdens de oorlog in andere delen van de wereld gebruikt. Op 5 mei 1945 werd het Nederlandse vasteland door de geallieerden bevrijd van de Duitsers. Op 11 juni werden de Waddeneilanden ook bevrijd. Duizenden goederenwagons, locomotieven, rijtuigen en treinstellen werden tijdens de oorlog naar het oosten afgevoerd of raakten ernstig beschadigd. Ook was veel infrastructuur op veel plekken vernietigd. De Nederlandsche Spoorwegen schatte de totale oorlogsschade op 522,5 miljoen gulden. NS maakte meerdere reizen naar het oosten om Nederlandse treinen terug te zoeken die nog bruikbaar waren. Nadat de Tweede Wereldoorlog ten einde was gekomen, belandde veel overtollig Amerikaans en Brits oorlogsspoormaterieel op grote legerdumps in Europa. Hier konden de Europese spoorwegmaatschappijen materieel kopen of huren om hun spoornetwerk weer op te bouwen. NS kocht en huurde een groot aantal locomotieven en duizenden goederenwagons om zo de treindiensten weer op te bouwen. NS en enkele andere bedrijven in Nederland namen rond de 400 diesel- en stoomlocomotieven over uit de legerdumps. Van deze locomotieven zijn de NS 164, NS 620, NS 2019, NS 8811, USATC 4389, WD 70033, WD 70269 en de WD 73755 bewaard of gereconstrueerd. Daarnaast kocht en huurde NS ook locomotieven uit andere landen in Europa, waaronder West-Duitsland. De NS 7853 is een reconstructie van een Zwitserse locomotiefserie die na de oorlog drie jaar in Nederland heeft gereden. Van de oorlogsgoederenwagons die later bij NS terecht kwamen zijn de ketelwagons USATC 17023 en USATC 17048 en de gesloten goederenwagon USATC 224340 bewaard. Het overgrote deel van de locomotieven en goederenwagons werd binnen tien jaar, toen nieuw materieel beschikbaar was, weer buiten dienst gesteld. In de eerste jaren na de oorlog werden door een gebrek aan rijtuigen goederenwagons ingezet voor reizigersvervoer. Ook werden bussen en legertrucks ingezet als vervanging van de treindienst. Amerika bouwde in 1943, 1944 en 1945 50.000 gesloten goederenwagons met een laadvermogen van 20 ton als bouwpakketten en verscheepte deze naar Engeland. De Amerikaanse boxcars werden uitgerust met de Europese koppelingen in plaats van de Amerikaanse. De boxcars waren van hout of multiplex van één centimeter dikte gemaakt. Net als al het oorlogsmaterieel waren de wagons erg goedkoop gemaakt. Als bouwpakketten konden de boxcars op elkaar gestapeld worden, waardoor er veel vervoerd konden worden. De 'knock-down'-bouwpakketten werden vanaf 1944 naar Londen verscheept. In Engeland, en na D-Day ook in Europa, werden deze 'knock-down' boxcars afgebouwd naar volwaardige goederenwagons. Het duurde slechts drie kwartier om een Amerikaanse boxcar in elkaar te zetten. Na de bevrijding van België bouwde de fabrikant La Brugeoise in Brugge tot eind 1945 10.000 Amerikaanse bouwpakketten af naar complete goederenwagons. De USATC 2200055 is een van deze wagons die in Brugge werd gebouwd. Tijdens de oorlog werden de boxcars gebruikt voor het vervoeren van voedsel, manschappen, munitie, dieren en andere oorlogsbevoorrading. Tijdens de bevrijding van Europa schreven soldaten teksten op de boxcars. Zo was de opmars naar Berlijn en het verlangen om weer naar huis te keren vaak op de wagons geschreven. Vele boxcars werden na de oorlog door Europese spoorwegmaatschappijen overgenomen om de treindiensten weer op te starten. Na de oorlog kocht de Nederlandsche Spoorwegen ongeveer 2.000 goederenwagons over van het Amerikaanse leger, waarvan 900 boxcars. Bij NS kregen de wagons de type-aanduiding CHAW en andere nummers. De letters van de afkorting CHAW staan voor: ch = chatrette / gesloten goederenwagen, a = vloeroppervlak tot 33,7 m² en de w = Westinghouse-remwerk. De wagons werden net na de oorlog, door een gebrek aan rijtuigen, ook gebruikt voor het vervoer van reizigers. Aan het einde van de jaren '40 en begin jaren '50 stelde NS de Amerikaanse boxcars vanwege hun zeer slechte kwaliteit buitendienst. Vooral het loopwerk van de wagons was slecht. Veel wagons werden doorverkocht. De onderstellen waren geld waard voor sloperijen en de bovenbouw was uitstekend voor een schuur of een hok voor dieren. De sloperij De Boer en Slooten in Purmerend kocht een groot aantal wagons op. Hierdoor waren er begin jaren 2000 vier USATC-boxcars bekend die in de wijde omgeving van Purmerend nog dienst deden als schuur of dergelijke. Wereldwijd zijn er ongeveer 250 Amerikaanse boxcars bewaard, waarvan ongeveer twintig in Europa. De meeste bewaarde boxcars zijn jaren geleden al ontdaan van hun onderstellen. De eerste Amerikaanse boxcar die Stichting tot Behoud van Af te voeren Nederlands Spoorwegmaterieel (STIBANS) kreeg, was de USATC 220410 (NS 22811). Deze werd in 2006 teruggevonden bij houthandel Terra in Overleek (vlakbij Purmerend). De eigenaar wilde de ruimte waar de wagon stond gebruiken en was al begonnen aan de sloop. Via een tip van de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik kon STIBANS nog op tijd de sloop stoppen en kreeg de wagon gedoneerd van de eigenaar. De USATC 220410 werd naar de museumloods in Blerick gebracht, waar de STIBANS destijds gehuisvest was.Via een tip ontdekte STIBANS dat de USATC 224340 bij een boer in Purmerland stond en als schuur diende. Samen met de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik werd de wagon eind augustus 2008 geborgen en naar Blerick gebracht. Tijdens de operatie kwam de originele fabrieksplaat van de wagon op het onderstel onder de grond vandaan. Er werd een stukje smalspoor aangelegd en de eigenaar trok met zijn eigen tractor de wagon achter een grote loods vandaan waar de USATC 224340 al die jaren stond. De USATC 224340 kreeg bij NS het nummer 22560. Vanaf begin 1947 heeft de wagon slechts 1,5 jaar voor NS gereden. In augustus 1949 werd de wagon, van zeer slechte kwaliteit, terzijde gesteld. In 2009 ging STIBANS op in het Spoorwegmuseum. De Mat'36 252, 1010 en de Pec 8502 van STIBANS werden opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. Het Spoorwegmuseum had geen interesse in de NS 162 en de twee Amerikaanse boxcars USATC 224340 en USATC 220410 van STIBANS. Hierom werd het besluit genomen om voor de NS 162, de twee boxcars en plukloc WD 70031 de Stichting 162 op te richten. Het stichtingsbestuur was op zoek naar een vaste plek voor het materieel van de stichting. Doordat de NS 162 op de (voormalige) tramlijnen van de NTM heeft gereden, is de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik historisch gezien de meest geschikte plek. De SHM had, vanwege de grote historische relevantie, erg veel interesse in de NS 162. Eind 2011 verhuisde de NS 162, in de zwarte War Department-kleuren, naar de SHM in Hoorn. Beide boxcars van de Stichting 162 verhuisden mee vanuit Blerick en werden geplaatst in een grote loods die via de SHM gehuurd kon worden. In 2012 lukte het om de 162, in de kleurstelling van de War Department 70033, weer rijvaardig op de baan te krijgen. De 70033 werd van eind maart tot begin september 2013 tentoongesteld in het Spoorwegmuseum te Utrecht, in het kader van de tentoonstelling 'Sporen naar het Front'. De eerdere twee boxcars van de Stichting 162 waren al vele jaren ontdaan van hun onderstellen. De Stichting 162 wilde juist een bewaard onderstel van de goederenwagons aan haar collectie toevoegen. Na erg lang zoeken vond de stichting een USATC-boxcar, voorzien van een onderstel, bij een sloperij in de buurt van Dortmund (Duitsland). Het Duitse bedrijf was gevestigd op het voormalige DB-depot van Iserlohn, waar de boxcar al minstens 30 jaar stond opgesteld. De boxcar heeft mogelijk vroeger daar dienst gedaan als depotwagen. Na het overhandigen van een Edammer kaas werd de eigenaar overgehaald en kreeg de stichting de wagon geschonken. In november 2012 werd de wagon bij de sloperij met een kraan op een vrachtwagen geplaatst. In Dortmund werd het dak van de wagon verwijderd en achtergelaten bij de sloper. Het dak was toch niet origineel en met het dak werd het transport te hoog. De wagon werd getransporteerd naar de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik. Het onderstel werd gebruikt om de eerder verworven boxcar 220410 volledig te herstellen. In 2021 nam de Stichting 162 haar derde Amerikaanse boxcar op in haar collectie. De USATC 2200055 werd van de Franse museumlijn Chemin de fer de La Vallee de l'Eure overgenomen. De USATC 2200055 werd overgebracht naar het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep, waar destijds ook de WD 70033 / NS 162 van de stichting stond. In 2025 was het 80 jaar geleden dat Europa bevrijd werd, en de Stichting 162 wilde hiervoor de USATC 2200055 geheel restauren en presenteren aan het publiek. Op 6 maart 2023 sloot het Nederlands Transport Museum, omdat het pand waar het in zat in Nieuw-Vennep gesloopt moet worden voor woningbouw. Het museum is lang op zoek geweest naar een nieuwe locatie. Helaas lukte het niet en op 21 februari 2025 kwam het nieuws naar buiten dat het Nederlands Transport Museum ophoudt te bestaan. Het NTM zat vanaf 2017 in het pand in Nieuw-Vennep; dit huurde het via een anti-kraak-constructie. Een groot deel van de collectie werd via onlineveilingen verkocht. De TEE, WD 70033 en de USATC 2200055 en andere belangrijke collectiestukken werden niet via een veiling gekocht. De NS 162 kon weer bij de Museumspoorlijn STAR terecht, waar de locomotief op 14 juni 2025 naartoe werd gebracht. Ook de USATC-boxcar 2200055 werd ook overgebracht naar Stadskanaal. In Stadskanaal werd de restauratie van de 2200055 afgerond. Op de zijkant werden de teksten gekrijt die de soldaten vroeger tijdens de bevrijding van Europa ook op de boxcars schreven. Er werd hiervoor een echte foto van vroeger van een volgekrijte boxcar gebruikt. Tijdens het Stadskanaal onder Stoom 2025 bij de Museumspoorlijn STAR was de gerestaureerde wagon voor het publiek te zien. |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
De boxcar USATC 2200055 uit 1944 is door de Stichting 162 prachtig gerestaureerd en was tijdens Stadskanaal onder Stoom te zien. Op de zijkant van de wagon zijn teksten te lezen die de geallieerde soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog op de boxcars schreven. De Stichting 162 heeft alle gekrijte teksten nagemaakt aan de hand van een foto, hier onder te zien, van een boxcar uit die tijd. Stadskanaal onder Stoom 2025 bij de Museumspoorlijn STAR, 21 september 2025. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
Een fabrieksplaat was in de wagon te zien. 21 september 2025. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
In de boxcar was een presentatie te zien over de geallieerde spoorwegen. 21 september 2025. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||