Goederenwagon NS 69448 (uit 1954 - 1959)
Info over de goederenwagon:

Na de Tweede Wereldoorlog herstelde de Nederlandse economie snel. Hierdoor kon Nederland, deels met het Amerikaanse Marshallplan, in de wederopbouw veel nieuw spoorwegmaterieel aanschaffen. Nu grotendeels van het spoorwegnet ernstig is beschadigd, werd besloten om juist nu grote stappen te maken in het moderniseren van het spoorwegnet. Grote delen van het spoor werden geëlektrificeerd en het materieelpark werd flink gemoderniseerd met de komst van veel nieuw materieel. De Nederlandsche Spoorwegen wilde houten rijtuigen en stoomlocomotieven voorgoed buitendienst stellen. Ook wilde NS het materieel dat na de oorlog als tijdelijke inzet uit legerdumps en elders uit Europa werd gekocht of gehuurd snel vervangen. In de jaren na de oorlog bestelde NS, tot en met 1959, 173 dieselrangeerlocomotieven (de series 200, 450, 500, 600 en 700), 286 diesellocomotieven voor op de hoofdbaan (de series 2200, 2400 en 2600, de 2600'en werden in 1958 al aan de kant gezet), 111 elektrische locomotieven (de series 1000, 1100, 1200 en 1300), 311 rijtuigen (de series Plan-D, Plan-E, Plan-K en Plan-N), 48 postrijtuigen (de series Pec, Plan-C, Plan-E en Plan-L), twee fietsrijtuigen (Dec-rijtuigen, de rijtuigen werden na één jaar omgebouwd naar Pec-postrijtuigen), 297 elektrische treinstellen (de series Mat'46, Mat'54 en Mat'57), 81 dieseltreinstellen (de series Plan-X en TEE DE4) en meer dan 10 duizend nieuwe goederenwagons. Door al het nieuwe materieel reed NS op 16 juni 1956 voor het laatst een trein met houten rijtuigen. NS reed nog uitsluitend met comfortabelere en veiligere stalen rijtuigen. Twee jaar later verving NS ook de laatste stoomlocomotief. De 3737 reed als laatste stoomtrein van NS op 7 januari 1958 van Geldermalsen naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. Hier werd de locomotief door NS overgedragen aan het Spoorwegmuseum en opgenomen in de collectie. Nederland was een van de eerste landen in Europa waar stoomlocomotieven niet meer op het hoofdnet gebruikt werden. Bij bedrijven rangeerden stoomlocomotieven nog wel tot aan het begin van de jaren '70. De ex-WSM 23 rangeerde bij de Verenigde Coöperatieve Suikerfabrieken (VCS) in Zevenbergen en werd in 1970 als een van de laatste stoomlocomotieven buiten dienst gesteld.

In de jaren '50 besloot NS om duizenden nieuwe opengoederenwagons te bestellen. Er werd gekozen voor een Europees standaardtype goederenwagons. Tussen 1954 en 1959 werden 2600 bruine goederenwagons van de serie gebouwd. De wagons kregen de typeaanduidingen GTO en GTOW. De wagons lijken veel op de oudere serie stalen opengoederenwagons, waarvan de GTUW NS 65248 is bewaard. De nieuwe wagons hadden een draagvermogen van 28 ton, in tegenstelling tot het draagvermogen van 20 ton van de oudere wagons. De GTO en GTOW werden voor vele soorten goederenvervoer gebruikt. Bekende inzetten van de wagons zijn in het bieten- en kolenvervoer. Begin jaren '80 werden de typeaanduidingen GTO en GTOW van de wagons vervangen door E. Door de sterke opkomst van de vrachtwagens in de jaren '60 liep het goederenvervoer per spoor terug en sloten veel los- en laadplaatsen. Ook werd sinds de ontdekking van het aardgasveld onder Groningen in 1959 steenkool steeds minder gebruikt, waardoor het aantal kolentreinen sterk terugliep. Hierdoor werd een deel van de opengoederenwagons overbodig en terzijde gesteld. De laatste goederenwagons van de serie werden in de jaren '90 terzijde gesteld.

Na zijn actieve dienst kwam de NS 69448 terecht bij de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM). Later werd de wagon overgenomen door de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De NS 69448 staat in Hoorn opgesteld. 8 januari 2025. © TreinenInNederland.nl