MBS 42: NS C1820 (uit 1901)
Info over de locomotief:

In 1901 bouwde fabrikant Beijnes in Haarlem rijtuig BC104 voor de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS). De BC104 had tweede- en derdeklassezitplaatsen. De NCS zette het rijtuig in op de spoorlijn Utrecht - Zwolle. Twee jaar na zijn indienststelling, in 1903, werd het rijtuig verbouwd naar een geheel derdeklasserijtuig en kreeg het nummer C133. Hierbij werd het eerst blankgelakte rijtuig donkergroen geschilderd.

De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM) en de Staatsspoorwegen (SS) waren bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) door eerdere fusies en het overnemen van de exploitatie van andere spoorbedrijven de grootste spoorvervoerders in Nederland. De bedrijven concurreerden hevig met elkaar, maar vanwege de oorlogsdreiging werden beide spoorbedrijven tijdens de oorlog onder militair gezag geplaatst. Vanwege de tekorten door de oorlog richten de HSM en SS per 1 januari 1917 een nieuw samenwerkingsverband op: de Nederlandsche Spoorwegen (NS). Onder het nieuwe samenwerkingsverband werkten de bedrijven nog beter samen. In 1921 werd al het spoorwegmaterieel omgenummerd naar nieuwe nummerschema's van de NS. Vanaf eind jaren '20 begon NS met het invoeren van haar eigen huisstijl op het materieel om zo de verschillende huisstijlen te vervangen. Er werd gekozen om alle treinen donkergroen te schilderen. NS koos voor een donkere kleur, zodat de treinen minder vies werden. Na de oorlog kregen de treinen en trams hevige concurrentie van bussen, personenauto's, fietsen en vrachtwagens. Andere kleinere, nog bestaande spoorbedrijven lieten vanwege de verliezen hun exploitatie overnemen door de NS. Per 1 januari 1938 werden alle vervoerders waarvan NS de exploitatie verzorgde geheel gefuseerd en was NS nog het enige spoorbedrijf dat op het hoofdspoor reed. Op de tram- en lokaallijnen reden nog wel andere bedrijven.

Vanaf 1919 exploiteerde de NCS haar diensten verder onder de Staatsspoorwegen. Het rijtuig C133 kreeg bij de NS in 1921 het nummer C1820. De C1820 heeft tot 1953 dienstgedaan. Het rijtuig kwam terecht bij Prins Hendrik school en internaat in Nieuwegein en werd gebruikt als slaapzaal voor de schipperskinderen die er op vakantie waren. In 1989 nam de Museum Buurtspoorweg het rijtuig op in haar collectie. Intern kreeg het rijtuig het nummer 42 bij de MBS. De MBS is druk bezig met de restauratie van het rijtuig en zal hem als de NS C1820 weer in gebruik nemen.

Van de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij zijn vijf rijtuigen bewaard; de B101, B118, B119, BC6 en de BC104. De B101, B118 en de BC104 behoren tot de collectie van de Museum Buurtspoorweg. Rijtuig BC6 rijdt bij de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik en rijtuig B119 staat in het Spoorwegmuseum in Utrecht. Van de NCS zijn helaas geen locomotieven bewaard gebleven. Wel heeft de MBS haar Belgische stoomlocomotief nummer 6 'Magda' voorzien van de gele huisstijl van de NCS. De NS C1820 heeft vanwege haar cultuurhistorische waarde de B-status toegekend gekregen binnen het Nationaal Register Railerfgoed.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De vrijwilligers van de MBS zijn druk bezig met de restauratie van de NS C1820 uit 1901. Najaarsstoomdagen 2025,
18 oktober 2025. © TreinenInNederland.nl
   
 
 
 
 
Rijtuig 42 van de MBS ondergaat momenteel in de werkplaats in Haaksbergen een grote revisie. Het rijtuig wordt weer terug
gebracht naar de NS C1820. Najaarsstoomdagen 2023, 14 oktober 2023. © TreinenInNederland.nl
 
De MBS 42 staat in de loods in Haaksbergen. 30 augustus 2022. © TreinenInNederland.nl